Opdracht 1a. Omschrijving probleemsituatie
- WIE Het probleem doet zich voor bij mensen die momenteel een traject van cognitieve gedragstherapie (CBT) of (CBT-E) volgen (later benoemd als: patiënten). De betrokken mensen zijn de persoon die in behandeling is (patiënt), evenals de behandelaar (psycholoog/therapeut). Ook kan het zijn dat de psycholoog een groep met collega's heeft waarin de voortgang en vervolgstappen van patiënten worden besproken. De doelgroep bestaat uit mensen die een CBT(-E)-traject volgen en hierin graag ondersteund willen worden. Ik heb momenteel nog geen 'officiële' opdrachtgever, maar het zou in eerste instantie een organisatie die zich specialiseert in geestelijke gezondheid betreffen. De persoon die uiteindelijk de oplossing zal gebruiken, is de patiënt. Het zou echter kunnen zijn dat de psycholoog en eventueel andere collega's met toestemming de oplossing zullen kunnen gebruiken. Hoe de oplossing zal worden aangeschaft ligt aan wie er allemaal baat bij heeft. Als het een groot voordeel creëert bij een GGZ-organisatie, dan kan het wellicht zo zijn dat deze organisatie de oplossing zal bekostigen.
- WAT? Patiënten die in een CBT(-E)-traject zitten, krijgen vaak cognitieve oefeningen en huiswerkopdrachten mee om zelfstandig aan te werken. Het is vaak de bedoeling dat de patiënt deze opdrachten uitvoert voorafgaand aan de volgende therapiesessie. Het kan echter lastig zijn om dit altijd goed uit te voeren en om te herinneren dat de taken moeten worden voltooid. Bij verscheidene mentale aandoeningen is immers een bekend symptoom mentale wazigheid en vergeetachtigheid. Mensen met een depressie kunnen bijvoorbeeld ook moeite hebben met simpele taken uitvoeren. Structuur aanbrengen in de dag van de patiënt kan soms helpend werken. Als het de patiënt niet lukt om de taken uit te voeren, of als de patiënt de opdrachten halsoverkop vlak voor de therapiesessie volbrengt, dan wordt de therapie minder effectief toegepast. Wellicht dat de volgende sessie ook inhoudelijk minder goed is, omdat het gebaseerd zou zijn op de uitkomst van het huiswerk. In hoeverre dit een negatief effect heeft, moet verder onderzocht worden. Naast dit probleem is het ook zo dat huiswerk nu veelal op papier wordt gemaakt, of met bijvoorbeeld een digitaal kladblok. Dit kan verschillende problemen veroorzaken: zo kan het zijn dat iemand de notities vindt, of dat de patiënt de documenten kwijtraakt. Dit maakt het waarborgen van de privacy van de patiënt moeilijker. Er is nu geen digitale begeleiding, en de patiënt kan niet terugzien wat er tijdens de vorige sessie is besproken.
- WAAR? Het probleem doet zich voor binnen verschillende contexten, afhankelijk van de opdrachten die de patiënt van diens therapeut heeft gekregen. Het gaat in ieder geval over de periode tussen meerdere therapiesessies in. Een voorbeeld zou zijn dat een patiënt met een eetstoornis een eetdagboek bij moet houden gedurende 1 week. Deze opdracht alleen al kan op elke plek worden ingevuld, maar veel van het huiswerk zal thuis worden volbracht; helemaal gezien de privacygevoelige aard ervan (NB dit is op dit moment nog een aanname, gebaseerd op eigen ervaringen). Het zou kunnen zijn dat het probleem zich vaker voordoet als de patiënt al een vrij drukke planning heeft, maar ook dit moet verder onderzocht worden.
- WANNEER? Zoals eerder benoemd doet het probleem zich voor tussen meerdere therapiesessies in. Het probleem moet opgelost zijn volgens de frequentie dat de taken moeten worden uitgevoerd. Als de patiënt bijvoorbeeld 1 week lang elke dag voor het slapengaan een dagboek in moet vullen, dan moet dit ook elke dag worden gedaan, in plaats van in één keer aan het eind van de week.
- WAAROM? Zoals eerder benoemd: bij verscheidene mentale aandoeningen is een bekend symptoom mentale wazigheid en vergeetachtigheid. Mensen met een depressie kunnen bijvoorbeeld ook moeite hebben met simpele taken uitvoeren. Het kan ook zijn dat de patiënt simpelweg zo druk is met andere dingen dat deze vergeet dat het huiswerk moet worden gemaakt.
- HOE? Mogelijke oplossingen zouden kunnen zijn: herinneringen krijgen van de taken die je moet doen (prompts), een digitaal prikbord met berichten van de therapeut, een overzichtelijke digitale planning, digitale templates voor het analyseren van gedrags- en gedachtepatronen, een informatiebank voor de specifieke aandoening, een prikbord met reminders (bijv. "Je hoeft niet zo angstig te zijn; je bent sterk genoeg om met alles waar je tegenaan loopt om te gaan" o.i.d.), een IoT-product dat aantoont dat het tijd is om een taak uit te voeren, datavisualisaties die de gebruiker motiveren om zich in te zetten. Er bestaan al enkele apps waarbij zogeheten G-schema's ingevuld kunnen worden, en kunnen worden opgestuurd naar de therapeut. Ook zijn er apps die stress helpen verminderen d.m.v. meditatie, en apps die als een soort stemmingsdagboek functioneren. Er bestaan ook apps die zich vooral richten op voorlichting (bijv. Mindmasters.nl). Wat opvalt is dat veel apps er niet goed uitzien, veel slechte beoordelingen hebben en/of zich enkel op één functionaliteit of mentale aandoening richten.
- HOEVEEL? Hoe vaak het probleem zich voordoet, verschilt per persoon, per mentale aandoening en per behandeling. Misschien dat de ene persoon er tussen elke sessie veel moeite mee heeft om taken uit te voeren en elke week een sessie heeft, terwijl de ander het maar af en toe heeft, en elke 3 weken een sessie heeft.
Opdracht 1b. Formuleer je ontwerpopdracht en je 3-4 design challenges
Ontwerpopdracht
Mensen die in behandeling zijn bij een psycholoog en volgens de methode genaamd Cognitieve Gedragstherapie (CBT) worden behandeld, krijgen veelal cognitieve oefeningen en huiswerkopdrachten mee, die ze tussen meerdere sessies en misschien zelfs na de behandeling uit dienen te voeren.
Het kan echter lastig zijn om dit altijd goed uit te voeren en om te herinneren dat de taken moeten worden voltooid. Bij verscheidene mentale aandoeningen is immers een bekend symptoom mentale wazigheid en vergeetachtigheid. Mensen met een depressie kunnen bijvoorbeeld ook moeite hebben met simpele taken uitvoeren. Als het de patiënt niet lukt om de taken uit te voeren, of als de patiënt de opdrachten halsoverkop vlak voor de therapiesessie volbrengt, dan wordt de therapie mogelijk minder effectief toegepast.
Wellicht dat de volgende sessie ook inhoudelijk minder goed is, omdat het gebaseerd zou zijn op de uitkomst van het huiswerk. In hoeverre dit een negatief effect heeft, moet verder onderzocht worden. Naast dit probleem is het ook zo dat huiswerk nu veelal op papier wordt gemaakt, of met bijvoorbeeld een digitaal kladblok. Dit kan verschillende problemen veroorzaken: zo kan het zijn dat iemand de notities vindt, of dat de patiënt de documenten kwijtraakt. Dit maakt het waarborgen van de privacy van de patiënt moeilijker. Er is nu geen digitale begeleiding, en de patiënt kan niet terugzien wat er tijdens de vorige sessie is besproken.
De opdracht houdt in: ontwerp een digitaal hulpmiddel dat mensen die in een CBT-behandeling zitten ondersteunt en hen helpt om zo veel mogelijk resultaat uit hun behandeling te halen.
Kernwoorden:
- Cognitieve oefeningen
- Mentale wazigheid/vergeetachtigheid
- Therapiesessies
- Gekleurde bril